Politieke toon leidt tot onveiligheid
Op 9 maart 2022 namen Tweede Kamerleden deel aan een debat over de ‘parlementaire omgangsvormen’. Caroline Van Der Plas (BBB) had al eerder voor zo’n debat gepleit, na verschillende incidenten in de Tweede Kamer. Dit debat kwam er eindelijk, na een maandenlange reeks beledigingen en zelfs openlijke bedreigingen met ‘tribunalen’ voor coronabewindspersonen. De Kamer heeft echter al jaren te maken met verschillende vormen van beledigingen en ‘onwelvoeglijk taalgebruik’. Waarom kozen politici er dan voor om dit debat nu te houden en niet veel eerder?
Ongeveer een maand voor het debat stuurde Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66) een notitie naar alle Kamerleden. Daarmee wilde zij haar collega’s herinneren aan de vastgelegde ‘spelregels en afspraken’. Deze spelregels en afspraken zijn de afgelopen jaren talloze keren niet nageleefd. Beledigingen zoals ‘knettergek’ (Wilders, 2007), ‘lijkenmoordenaar’ (Öztürk, 2019) en ‘sluipmoordenaar’ (Baudet, 2020) hadden tot dusver geen gevolgen. Ze leiden in ieder geval niet tot een debat over omgangsvormen. Toch besloten Kamerleden op 9 maart dat de Kamervoorzitter vaker moet ingrijpen bij dergelijke uitingen. Sprekers die zich niet houden aan het parlementaire Reglement van Orde, kunnen dus gesanctioneerd worden. Concreet betekent dit dat voorzitter Bergkamp de microfoons van parlementariërs mag uitzetten. Indien nodig mag ze Kamerleden zelfs uitsluiten voor de rest van het debat.
Dat de Kamer zulke maatregelen neemt, past binnen de bredere, maatschappelijke discussie over wat er wel en niet gezegd mag worden. Toch speelt ook de veiligheid een rol. Verschillende politici hebben immers al aangegeven dat ze zich steeds onveiliger beginnen te voelen door de intensiteit van het politieke debat. Denk hierbij aan Sigrid Kaag (D66), voormalig minister van Buitenlandse Zaken en nu minister van Financiën. In januari verscheen er een schreeuwende man met een brandende fakkel voor haar huis. Of denk aan Hugo De Jonge (CDA), die als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk was voor het coronabeleid. Zijn huis wordt inmiddels beveiligd door de politie omwille van dagelijkse bedreigingen.
“Uw tijd komt nog wel, er komen tribunalen!”
Anderen zagen echter het belang niet in van een debat over de omgangsvormen. Geert Wilders (PVV) bleef dan ook weg van het debat. Gideon Van Meijeren (Forum voor Democratie) was wel aanwezig en kreeg veel kritiek van zijn collega’s. Hij had tijdens de coronacrisis opgeroepen tot het negeren van de coronamaatregelen. Zijn partijgenoot Pepijn van Houwelingen uitte eerder nog zijn kritiek op diezelfde maatregelen. Daarbij bedreigde hij rechtstreeks het kabinet. “Uw tijd komt nog wel,” had hij toen gezegd, “er komen tribunalen!”
Mogelijk zijn dergelijke uitspraken niet direct te linken aan bedreigingen en geweld tegen politici. Toch ziet Pieter-Jaap Aalbersberg wel een rechtstreeks verband. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid beschreef dit verband al twee jaar geleden: “Er is een (online) context ontstaan waarbinnen de drempel om tot extremistische gedragingen te komen wordt verlaagd. Deze context versterkt polarisatie en leidt in een enkel geval tot verharding, intimidatie of (oproepen tot) geweld,” was zijn conclusie. Ook Kamerleden die (nog) geen politiebeveiliging hebben, gaven eerder aan dat ze zich bedreigd en geïntimideerd voelen door de toon van het politieke debat. De meeste Kamerleden vinden dan ook dat Kamervoorzitter Bergkamp vaker en harder moet ingrijpen. Bergkamp zelf is het daarmee eens. Ze gaf wel aan dat er geen ‘taalpolitie’ komt of een lijst met verboden woorden.
Tekst: Daniel Mizere