Met miljoenen zijn ze: de kinderen wiens hartjes vertrappeld werden door Mufasa’s dood in De Leeuwenkoning. Animatiefilm is een vaste metgezel geworden van een kind op weg naar volwassenheid. Afgezien van ongelofelijk entertainend, zijn ze ook kennisvaten over leven, dood en zowat alle emoties op het spectrum. Sinds enkele jaren beginnen ook steeds meer arthouse regisseurs animatie te creëren voor volwassen. Featuring: beffende poppetjes en suïcidale kleivrouwtjes.
Verworpen door de Russische maatschappij, geïsoleerd en opgeslokt door jaloezie, vraagt Anna Karenina zich af: “is het mogelijk om iemand te vertellen hoe je je echt voelt?”. Zoals Lev Tolstoj goed opmerkte in zijn befaamde roman over het psychisch lijden van een jonge vrouw bevindt pijn zich in de sfeer van het onuitspreekbare. Hoewel woorden gelimiteerd zijn, wordt ons telkens op het hart gedrukt om over mentale problemen te praten net omdat het ons enige middel lijkt om die moeilijke gevoelens te externaliseren. Ook in dramafilm lijken de meeste regisseurs te werken met de gekende middelen: live-action beelden, dialoog en een zwaarmoedige soundtrack.
Voor de komst van film in 1895 (en ook nu nog tot op zekere hoogte) was beeld een van de middelen bij uitstek om emoties te verbeelden. Neem bijvoorbeeld Gustave Courbet, die naast ettelijke naakte vrouwen ook het zelfportret LeDésepéré(1843-45) schilderde. Met een doorborende, bijna panische blik staart een man de kijker aan, klaar om zijn haren uit zijn hoofd te rukken. Woorden zijn niet nodig om de wanhoop van die man te vatten.
Beeld kan ongetwijfeld een antwoord of aanvulling bieden op de gebreken van taal. De ernst van beeldende kunst is dan ook onbetwistbaar. Desondanks transformeert beeldende kunst vanaf het moment waarop die beelden beginnen te bewegen. Dan worden die vele aaneengeschakelde kunstwerken plots een plaats voor leutig amusement: een middel tot ontspanning in plaats van diepgaande, serieuze reflectie. Stuur je kinderen naar animatie. Volwassenen adoreren enkel of stilstaand beeld of films met ‘echte mensen’.
De kracht van animatie kennen we nochtans al even, mede dankzij het psychologisch onderzoek van Fritz Heider en Marianne Simmel. Halfweg de twintigste eeuw bewezen zij op een simpele manier hoe moeiteloos het verbeeldingsproces in gang kan gezet worden met slechts een paar tweedimensionale bewegende driehoeken en cirkels. In hun onderzoek “Experimental Study of Apparent Behaviour” lieten ze een filmpje zien waarbij driehoeken en cirkels rondzweefden in een beperkte ruimte. Hoewel er geen geluid is, waren de respondenten in staat om emoties, intenties en verlangens toe te schrijven aan de driehoeken en cirkels. Sommige respondenten zagen er een verhaal in over kindermisbruik, anderen zagen het als een verhaal over pesten. Zelfs op basis van minieme animatie, is de mens bijzonder goed in narratieve verbanden te leggen tussen bewegende objecten en die te plaatsen in een emotionele context.
Heider en Simmel toonden zo niet enkel aan dat mensen erg goed zijn in narratieve verbanden leggen, maar we gebruiken die narratieve verbanden, of verhalen, bovendien ook om betekenis te geven aan hetgeen we waarnemen. Geanimeerde beelden kunnen dus net zo goed als taal betekenis genereren.
Hoog tijd dus om uw vooroordelen te laten varen en u te laten onderdompelen in animatie. Niet dat Anna Karenina niét voor een trein gesprongen was als ze beeldende kunst geraadpleegd had om haar emoties weer te geven. Uiteraard heeft beeld ook zijn limieten. Wat we u wel trachten duidelijk te maken, is dat (geanimeerde) beelden waardevol kunnen zijn om die onbevattelijke knoop van onze innerlijke wereld een beetje te ontwarren.
Voor de gelegenheid stelt Hoofdzaak u drie topfilms voor die alvast niet op het lijstje mogen ontbreken:
- Anomalisa (Charlie Kaufman en Duke Johnson, VS en VK, 90 min, 2015)
”Eén van de tederste sekscènes die we ooit hebben gezien”. Zo beschreef HUMO de memorabele scène in Anomalisa waarin twee stop-motionpoppetjes elkaars genitaliën bespelen. Dat kijkers zoveel menselijkheid zien in vrijende poppetjes, zegt veel over de kunde waarmee Charlie Kaufman de condition humain weet te onthullen.
Kaufman heeft een voorliefde voor geestig verknipte personages. Net zoals in de indieklassiekers Being John Malkovich (1999) en Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004), serveert hij een mix van absurde taferelen en allesomvattende ellende. De depressieve veertiger Michael Stone trekt naar Cincinnati voor de promotie van zijn boek over klantenservice “How May I Help You to Help Them?”. Vervreemd in de overprikkelende metropool ontmoet hij mensen die er allemaal hetzelfde uitzien en met dezelfde stemmen spreken. Tot hij Lisa ontmoet in hotel Fregoli (Tip: google Fregoli voor of na de film). Haar unieke stem en haar treffende versie van Girls Just Wanna Have Fun verlossen Michael tijdelijk van de eenzaamheid. Een anomalie in zijn verwarrende strijd tegen waanzin.
- Rocks in My Pockets (Signe Baumane, VS/Letland, 88min, 2014)
Een jonge vrouw duwt een rotsblok die dubbel zo groot en zwaar is als haarzelf een heuvel op. Net voor ze de top bereikt, aanschouwt ze rustig de gigantische kei waarvan ze denkt dat het een zacht, lieflijk konijntje is. Wanneer ze beseft dat ze al die tijd een afschuwelijke konijnenmutant aan het versleuren was, rolt de blok holderdebolder over haar heen.
Zelden zette een openingsscène zo adequaat de toon voor wat we van de rest van de film kunnen verwachten: monsterlijke metaforen en zwartgallige humor die in symbiose een realistisch portret scheppen van psychische ziektes. Met veel verbeelding en verbluffende surrealistische animatie vertelt Lets-Amerikaans regisseur Signe Baumane over haar familiegeschiedenis waarin erfelijke aandoeningen zoals schizofrenie en manie telkens de kop opstaken. Zonder ooit drammerig te zijn, maakt Baumane psychische stoornissen bevattelijk via weldoordachte animatie en sappig vertelde verhalen en raamvertellingen.
3. Mary And Max (Adam Elliot, Australië, 92min, 2009)
Mary and Maxis een publiekslieveling voor animatieliefhebbers. Het is de meest hartverwarmende film van het rijtje dankzij zijn pakkende premisse: een eenzaam, achtjarig, Australisch meisje wordt de pennenvriendin van een vierenveertigjarige, autistische man met overgewicht. Om aan de treiteringen op school en haar sherryverslaafde moeder te ontsnappen, schrijft Mary een brief naar een willekeurig adres in het telefoonboek. Ze heeft één belangrijke vraag: waar komen baby’s vandaan? In Australië worden ze tenslotte uit pintjes geboren. Max, haar toevallige ontvanger, antwoordde: als je Joods bent word je geboren uit eitjes gelegd door rabbi’s, als je Katholiek bent uit nonnen en als je atheïst bent uit vuile eenzame prostituees. Een ontwapenende vriendschap kiemt.
Adam Elliot zet het verhaal volledig uiteen in monochromatisch claymation,stop-motion animatie van klei en plasticine. Met hun bolle ogen, uitstulpende oren en algemeen disproportionele lichamen krijgen alle personages iets spookachtig mee, maar evenzeer iets charmant. De klungeligheid van de animatie en de spitsvondige humor verlichten de zware koek die Mary en Max voorschotelen. Die luchtigheid is ook wel gewenst als de levenspaden van beiden gevuld zijn met problemen als alcoholisme, zelfmoord, depressie en angst. Onder begeleiding van Penguin Cafe Orchestra’s heerlijke soundtrack zien we hoe zowel kinderen en volwassenen een touw proberen vastknopen aan een verwarrende wereld.