![](/sites/default/files/styles/original_ratio_zero/public/2022-11/michael-dziedzic-oEV0fMp5JsE-unsplash.jpg?itok=tx1A8GmC)
©Unsplash
Terug naar het oude systeem?
De coronacrisis houdt de culturele sector al bijna een jaar in haar greep. Voorstellingen werden geannuleerd, repetities opgeschort en zalen gesloten. Kunst en cultuur achter een scherm beleven: welke sporen zal dat nalaten? Toon Van Gramberen, artiest en maker bij There There Company, Lise Thomas, medewerker bij Opera Ballet Vlaanderen en Henk Roose, cultuursocioloog aan de UGent staan stil bij de huidige situatie en blikken vooruit.
Analyse - Cultuur
Door de coronacrisis zagen veel artiesten en kunstenaars zich genoodzaakt andere horizonten te verkennen. Dat is voor There There Company niet anders. Zij zagen de première van Carrying my father, een acrobatische, fysieke voorstelling met vier vaders en hun zonen, al een aantal keer in het water vallen. In tussentijd maakten ze er, coronaproof, een documentaire over. “Dat is natuurlijk een ander soort artistiek werk”, vertelt Toon Van Gramberen, de helft van het makersduo There There Company. “Op een podium staan gaat nu niet, maar met die documentaire vonden we wel een alternatief om ons werk verder te zetten op een manier die verder bouwt op waar we artistiek mee bezig waren.” Het idee van een documentaire speelde al langer in hun hoofd. “Het creatieproces met vaders en zonen was heel waardevol. Dat zie je in de voorstelling, maar niet zo expliciet. Toen corona ervoor zorgde dat we niet live konden spelen, zijn we daar ingevlogen. Dat was misschien niet gebeurd als niet alles was stilgelegd.”
Ook Opera Ballet Vlaanderen moest op zoek gaan naar alternatieven om connectie te maken met hun publiek. In het peristilium, een overdekte dienstingang van het operagebouw, plaatsten ze een installatie van kunstenaar Jozef Wouters. In eerste instantie maakte die installatie deel uit van een parcours doorheen het gebouw, maar dat kon door de tweede golf niet doorgaan. Lise Thomas vertelt: “We hebben toen vrij snel besloten om die installatie, een soort tribune, te laten staan en toegankelijk te maken voor het publiek. Mensen konden daar op een veilige manier even uit de wind zitten. We hebben helaas nu de deuren moeten sluiten omdat culturele infrastructuren niet open mogen zijn. We hopen er in mei en juni, als er weer wat dingen mogen, kleine performances en concerten te kunnen organiseren. Het peristilium is immers een veilige, open ruimte met veel ventilatie.”
“Live op een podium staan is niet te vervangen door iets anders.” (Toon Van Gramberen)
Digitale tussenoplossing?
Opera Ballet Vlaanderen koos er bewust voor om hun voorstellingen niet te vertalen naar het digitale: “Mensen moeten deze periode al zo veel digitaal doen, wij zochten dus naar hoe we toch op een veilige manier ons verhaal bij een publiek kregen. In samenwerking met filmmaker Lukas Dhont en theatermaker Dounia Mahammed hebben we een voorstelling gemaakt op twee grote karren die door de straten trokken. We hebben die helaas ook door de tweede golf moeten afzeggen.” Volgens Thomas is theater of kunst op een scherm iets totaal anders: “Live muziek horen en mensen voor je neus zien dansen is een totaal andere ervaring. Dat komt helemaal anders binnen dan op een scherm.”
Hoewel veel culturele activiteiten een digitale vervanging kregen, is dat voor Van Gramberen ook iets helemaal anders: “Als je voor een publiek creëert, dan maak je iets voor mensen die live in de zaal zitten. Dat werk helemaal anders dan voor een publiek in de zetel achter een scherm. Het feit dat artiesten iets live voor je neus doen, creëert een heel ander gevoel. Er blijft weinig van die ervaring over als je dat dan filmt en opnieuw bekijkt. Bovendien zijn wij in het format van film en televisie hoge standaarden gewoon. Voor mij voelt dat digitale eerder als een tussenoplossing.” Ook de ervaring voor de artiest zelf verandert helemaal. “Live op een podium staan is niet te vervangen door iets anders.” Professor Roose voelt dat ook: “Precies door dat rituele karakter en het belang van de collectieve ervaring lijkt het me heel moeilijk om digitaal dat soort beleving na te bootsen - of het zou al met 3D immersie moeten zijn.”
![](/sites/default/files/styles/original_ratio_zero/public/2022-11/edwin-hooper-Q8m8cLkryeo-unsplash.jpg?itok=p7tKF0ip)
©Unsplash
Fundamentele rol in de samenleving
“Samenkomen en verhalen vertellen, dat is zo iets wezenlijks. In onze huidige maatschappij heeft dat misschien een meer formele vorm aangenomen binnen een economisch kader, maar dat is uiteindelijk wel echt de basis.” (Toon Van Gramberen)
Missen we dan geen fundamentele dingen door niet samen van cultuur te genieten? Lise Thomas zegt van wel: “Ik ben daar absoluut van overtuigd. Dat hoor ik ook van mensen die niet in de culturele sector zitten. Samen dansen, samen naar een concert luisteren… Dat zorgt voor een soort verbondenheid. Ik geloof sterk dat dat een sociale en emotionele waarde heeft voor een maatschappij. Dat missen we nu.” Ze vertelt dat samenkomen en verhalen vertellen is wat de mens al eeuwenlang doet. Iets dat niet zomaar zal verdwijnen. Van Gramberen sluit zich daarbij aan: “Samen komen en verhalen vertellen, dat is zo iets wezenlijks. In onze huidige maatschappij heeft dat misschien een meer formele vorm aangenomen binnen een economisch kader, maar dat is uiteindelijk wel echt de basis. Dat gaat niet enkel over podiumkunsten, maar over alle dingen die mensen samenbrengen. In de eerste maanden dachten mensen dat ze wel even zonder cultuur verder konden. Theaters die sluiten, dat is toch niet zo’n ramp. We zouden wel tv-kijken. Nu merk ik wel dat mensen voelen dat ze dat samenkomen missen.”
“Als je samen een concert beleeft, verbind je jezelf met een collectief. Dat collectieve geeft mee betekenis aan je eigen ervaring.” (cultuursocioloog Henk Roose)
Cultuursocioloog Henk Roose vertelt: “Dat sommige culturele zaken - ik denk aan theatervoorstellingen, voetbalwedstrijden, festivals en concerten - wegvallen door corona is een heuse aderlating voor sommige mensen. Niet alleen valt het collectieve ritueel weg waarop een deel van de beleving is gestoeld, ook vallen de sociale contacten weg die voor velen een inherent deel uitmaken van de participatie. Wat is een muziekfestival zonder het avontuur met de vrienden, de tocht erheen, de strapatsen op de camping, het drankje tijdens en na, de babbel en het gelach? Musicoloog Christopher Small spreekt van “musicking”, een werkwoord waarmee hij naar het rituele karakter verwijst van het “doen” van muziek, van het samen luisteren en beleven van een concert. Je komt in contact met anderen, en je verbindt jezelf met een collectief. Het collectieve geeft mee betekenis aan je eigen ervaring.”
Toekomstperspectieven
De gedwongen impasse van het culturele leven zorgde voor een moment van reflectie. Ook bij Opera Ballet Vlaanderen was dat het geval. Als antwoord op de vraag hoe zij het culturele veld over vijf jaar ziet, antwoordt Thomas: “Ik denk dat we voor een stuk zullen terugkeren naar het ‘oude’, maar ik denk dat we ons ook bewust zijn geworden dat we niet zomaar kunnen terugkeren naar dat oude systeem. Ik hoop dat wij, als culturele huizen, die oefening in de connectie met de buitenwereld zullen blijven maken”. Die connectie met de buitenwereld werd, contradictorisch genoeg, sterker tijdens deze coronaperiode, volgens Thomas. “We hebben met onze artiesten een aantal projecten op locaties gedaan die dubbel zo hard getroffen werden door corona: gevangenissen die geen bezoek mochten ontvangen, drukke woonblokken… Voor onze dansers ging er een nieuwe wereld open. Dat geeft hen ook voeding om hun eigen taal te vinden. In de toekomst zal die band tussen artiest en publiek dus zeker anders liggen.”
“Ik denk dat we voor een stuk zullen terugkeren naar het ‘oude’, maar ik denk dat we ons ook bewust zijn geworden dat we niet zomaar kunnen terugkeren naar dat oude systeem.” (Lise Thomas)
“Ik denk dat de culturele sector een verantwoordelijkheid zal moeten nemen om zorg te dragen voor mensen die de naweeën van de coronacrisis voelen, dat we een soort van bewustzijn moeten hooghouden. Ik hoop dat we ons blijven afvragen wat we van betekenis kunnen zijn voor elkaar zodat we elkaar recht houden”, vervolgt Lise Thomas. Ook Van Gramberen ziet twee fenomenen tegelijk plaatsvinden, zonder dat ze elkaar uitsluiten: “Ik denk dat sommige mensen dat digitale aspect ontdekt hebben en daarmee verder zullen gaan. Ik heb zelf de vaardigheid van filmen verder kunnen ontwikkelen door de documentaire die we maakten. Tegelijk denk ik ook dat als het hele live gebeuren opnieuw mag, daar heel veel nieuws zal ontstaan. Bovendien denk ik dat de intimiteit en interactie met het publiek, vooral dat aanraken, een centraal thema zal worden in kunst. Iedereen heeft dat zo intens kunnen ervaren.” Ook op inhoudelijk vlak zal corona dus de kunsten beïnvloeden, hoewel dat pas over een tijdje zichtbaar zal zijn. “Een thema moet ook even kunnen bezinken bij makers, je kan geen beschouwende productie maken over iets dat nog bezig is”, vertelt Van Gramberen.
Ook professor Henk Roose blikt vooruit: “Ik denk dat sommige zaken wel zullen blijven - bijvoorbeeld het gebruik van digitale kanalen om korte stukjes van concerten te streamen (maar dat was er ook al pre-corona). De mogelijkheden (en tegelijk beperkingen) van digitale kanalen zijn nu bekend en kunnen zo nodig verder uitgebuit worden. Als echte vervangers voor een zaalervaring bij een concert of theater schieten ze wel tekort: er is geen collectieve beleving, geen ontmoeting, geen babbel achteraf”. Tot slot blikt Roose hoopvol vooruit: “Ik hoop dat podiumkunstenaars snel weer aan het werk kunnen en dat wij als publiek - of je nu naar voetbal, theater, wielrennen, of muziek wil - hen zeker zullen volgen… Ik kijk daar reeds naar uit.”
door Frauke Goovaerts