Eva (31) stapte samen met een tiener uit de bijzondere jeugdzorg naar Santiago de Compostela
De tijd gaat steeds sneller, het leven wordt langer en iedereen moet mee. Moet mee? Ja. Kan mee? Nee. Wie wil tegenwoordig niet eens ontsnappen aan Trump, de Brexit, Facebook of andere symptomen van onze gecorrumpeerde maatschappij? Soms moet je dat lange, drukke leven even op pauze durven zetten en iets compleet anders doen, zoals Eva deed.
In de tijd dat Eva (31) nog orthopedagogie in Gent studeerde, leerde ze Alba kennen, een organisatie die kinderen uit de bijzondere jeugdzorg begeleidt bij wandeltochten naar Santiago de Compostella. Iets wat haar altijd bijbleef, maar als verre toekomstmuziek klonk. Tot vorig jaar, toen ze even wilde ontsnappen aan de Gentse sleur en ze besloot om drie maanden te gaan stappen naar Compostella. “Uren stappen zonder nadenken, ik wist zelfs niet dat ik dat kon.”
Eva heeft altijd in de sociale sector gewerkt en doet dat nog steeds, al neemt ze nu wat minder hooi op haar vork. Ze werkt in een psychiatrisch ziekenhuis, bij jongeren met een drank- en/of drugsverslaving. Vorig jaar was ze de lange, intense uren daar even beu en besloot dat het tijd was voor iets anders. Ze dacht terug aan Alba en ging langs voor een gesprek. Alba werkt met kinderen uit de bijzondere jeugdzorg en wil weten of je geschikt bent om 24/24 om te gaan met “zo een tiener die soms het bloed onder je nagels vandaan haalt”, vertelt Eva lachend. “Die sollicitaties waren geen evidente gesprekken. Ze graven echt in je verleden, om te zien hoe vast je bent, hoe sterk je in je schoenen staat.”
Kort daarop kreeg Eva te horen dat ze mocht vertrekken naar Santiago de Compostella. Ze wist toen nog niet welke jongere met haar zou meestappen. “Alba gaat pas twee weken voor vertrek op zoek naar iemand. Dat is een bewuste keuze, want anders hebben de jongeren te veel tijd om van gedachten te veranderen en haken ze sneller af.” Echt spannend werd het pas voor Eva een week voor vertrek, toen ze de tiener voor het eerst ontmoette. “Daar hangt alles vanaf, hé. Ik dacht continu: wat als het niet klikt? Wat dan? Dan zit je daar drie maanden mee opgescheept. Maar gelukkig klikte het snel. Het was een felle dame, maar ons gesprek verliep vlot. Ik kreeg alleen maar meer goesting om te vertrekken.”
De (moeizame) start van het avontuur
Een week later was het zover. De begeleiders van de organisatie pikten Eva en Lena* (16) op en meteen moesten ze hun gsm’s afgeven. Dat is een van de vier regels van de tocht. “Je krijgt veel vrijheid op je tocht, maar er zijn ook enkele vaste regels: geen gsm (en dus geen muziek), je houden aan de wetten van het land, alles te voet doen en respect voor elkaar tonen.” “We bleven nog vier dagen in Leuven om de laatste voorbereidingen te treffen. We leerden de tent opzetten, we gingen naar de supermarkt met onze rugzakken om te wennen aan die twintig kilo op je rug en we leerden elkaar nog wat beter kennen.”
In die vier dagen gingen de twee ook samen op bezoek bij een ander meisje, die al een tocht met Alba achter de rug had. “Het meisje vertelde dat ze na terugkomst nog veel domme dingen deed, maar dat die tocht toch haar leven gered heeft. Ze benadrukte dat je het tijd moet geven en soms pas jaren later tot inzicht komt over wat die toch betekend heeft. En vooral, dat je uit alle miserie kan geraken als je het ook Compostella kon bereiken.”
Je kan op verschillende plaatsen starten aan de camino naar Santiago de Compostella. Eva en Lena begonnen in Frankrijk.
Dat ze Santiago de Compostella niet zonder kleerscheuren zouden bereiken, bleek al na twee dagen. Ze waren net in Frankrijk begonnen aan de tocht. “Fack, ik ga dat nooit vergeten: na twee dagen zei Lena ‘ik stop ermee’. Bon, wat doe je op zo’n moment? Ik heb alles uit de kast gehaald: ik heb geprobeerd haar te motiveren en haar om te praten, we hebben een lange pauze gepakt. Ik ben zelfs een beetje boos geworden. Al is ‘boos’ een groot woord, want dat kan je na zo’n korte tijd nog niet echt maken. Maar geloof mij, wij hebben boel gehad hoor, op die drie maanden tijd.” (lacht) “Ik gaf uiteindelijk toe en zei haar dat ze mocht bellen naar de organisatie, in de overtuiging dat ze nooit naar een huis zou durven gaan om een telefoon te vragen. Mis! In verbazend vlot Frans ging ze een hotel binnen en belde ze een begeleider van Alba.” Gelukkig liep het goed af: de contactpersoon praatte wat op haar in, zei haar er een nachtje over te slapen en de volgende dag vertrokken Eva en Lena. Alsof er niks gebeurd was. “Er zijn in het begin nog wel wat lastige momenten geweest, maar dat is niet meer dan normaal, zeker? Vanaf de helft wilden we enkel nog het einde halen. Stoppen was voor Lena dan geen optie meer.”
Eva vertelt dat het zeker niet de bedoeling was dat ze onderweg voortdurend diepe, therapeutische gesprekken zou voeren met Lena. “Op die lange wandelingen ga je automatisch over veel babbelen, maar het is de bedoeling dat je dat doet als gelijken. Het is een misvatting dat je meegaat als begeleider of als therapeut. Kinderen uit de bijzondere jeugdzorg hebben vaak al hun hele leven lang verplicht therapeutische gesprekken moeten voeren, verplicht dag in dag uit moeten praten over hun problemen. Op weg naar Compostella is het de bedoeling dat ze daar even aan kunnen ontsnappen.” “Bij Lena ging het eigenlijk gewoon continu over jongens, kleren en auto’s. Con-ti-nu! (lacht) Als ze al eens wat meer over haar eigen leven uitweidde, waren het nog steeds vooral de stoere verhalen die naar boven kwamen. Al kon ik daar ook wel wat doorkijken op den duur. Toch merkte ik dat Lena me emotioneel nog steeds op een bepaalde afstand hield, ook naar het einde toe. Dat is een keuze die ik respecteerde en net daarom klikte het ook tussen ons, denk ik. Omdat ik me niet opdrong.”
Grensverleggend
Emotioneel hield ze Eva dan wel op een afstand, fysiek was het net andersom: altijd moest Eva in de buurt zijn, overal moest ze aanwezig zijn. “Waar ik ook heenging, Lena volgde mij. Zélfs als ik naar de wc ging. Dat was soms wel lastig, ik had nul me time, nul personal space. Ik vermoed dat dat voortkwam uit een soort van verlatingsangst. Lena bracht veel van haar tijd door op straat en was niet echt in een warme thuis opgegroeid. Dan zie je wel sneller bepaalde hechtingsstoornissen.” Ondanks het begrip voor haar situatie, had Eva het toch soms moeilijk met die extreme aanhankelijkheid. “Het was dubbel: enerzijds was het leuk dat ze veel dingen met mij deelde en graag bij mij was, want dat bewees wel dat we een goede band hadden. Maar anderzijds ging ik net daardoor minder snel ‘nee’ zeggen op momenten dat ik dat eigenlijk wel had moeten doen. Achteraf bekeken had ik misschien wat meer mijn grens moeten trekken. Maar als je er middenin zit, is het soms moeilijk een bepaald evenwicht te vinden.”
“Ik heb onderweg een keer ziek moeten blijten en dan besefte ik pas echt dat ik tegen mijn fysieke en mentale grenzen aan het botsen was. We kwamen in Spanje toe, in een bekende Compostella-herberg en ik was stikkapot. Mijn lijf deed pijn en ik was ook mentaal op. De mensen daar hielpen ons met onze rugzakken, gaven ons water en iemand vroeg hoe het met mij ging. Toen ben ik gewoon spontaan in tranen uitgebarsten. Dat was de eerste keer in bijna twee maanden tijd dat iemand vroeg hoe het met mij ging, dat er iemand ook voor mij zorgde. Ze hebben me dan een privé kamer aangeboden en ik heb daar een uur ne keer goe zitten blijten. Dat deed deugd.”
“Na die tocht van 1700 km heb ik trouwens ook ontdekt dat ik eigenlijk wel van wandelen hou.”
Er valt even een diepe stilte, maar dan vervolgt Eva: “Achteraf gezien is dat wel iets dat ik echt heb geleerd op die camino: dat ik wat meer ‘nee’ moet durven zeggen tegen de dingen, wat meer mijn grenzen moet stellen. Dat ik niet altijd in functie van een ander moet denken, maar ook eens wat meer aan mijzelf. Ja, in dat opzicht is die tocht daar wel ergens een metafoor voor geweest.”
Terug naar de realiteit
Welke levenslessen iemand uit zo’n drie maanden lange tocht haalt, is voor iedereen anders. Zowel voor de volwassenen die meegaan als voor de tieners die hem stappen. Veel jongeren vervallen opnieuw in hun oude patronen. Lena ook. Kort na terugkomst is het met haar ook weer grondig fout gelopen, vertelt Eva. “Ze is teruggegaan naar de gesloten instelling, terwijl ze eigenlijk Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) ging mogen doen vanaf haar zeventiende. We horen elkaar heel af en toe via Facebook, maar dat stelt niet veel voor. Hoe het afloopt, is nu haar eigen verantwoordelijkheid. Al hoop ik ergens dat ze op bepaalde moeilijke momenten in haar leven gaat terugkijken op die reis en haar daaraan zal kunnen optrekken. Je kan dat alleen maar hopen.”
Maar ook Eva was al snel weer haar oude zelve, vertelt ze. “Ik was al vrij snel opnieuw gewend aan de luxe en evidentie der dingen en ben ook na een maand alweer voltijds beginnen werken in hetzelfde psychiatrisch ziekenhuis. Dat ging net allemaal wat te snel: Ik kon nog niet meteen zoveel geven aan andere mensen, terwijl ik zelf nog niet op mijn positieven was. Vooral in de sector waarin ik werk. Het zou een heel ander verhaal geweest zijn, denk ik, moest ik bijvoorbeeld in een bloemenwinkel werken. Maar nee, die sociale sector, ik kon niet al zoveel energie in andere mensen steken, terwijl ik zelf al uit mijn reserve had geput, een reserve die nog niet aangevuld was. Ik doe nu nog steeds minder uren op mijn werk. In dat opzicht ben ik dus toch wel wat veranderd, ik denk wat meer aan mezelf, aan wat ik wil en wat goed voor mij is.”
Of ze het aan iedereen zou aanraden? Affirmatief. “Ik zou het geen twee keer doen, maar ik ben wel super blij dat ik het gedaan heb. Misschien is zo’n tocht stappen met een tiener uit de bijzondere jeugdzorg niet voor iedereen weggelegd, maar je kan ook alleen of met vrienden gaan. Het geeft ongelofelijk veel voldoening. Na die tocht van 1700 km heb ik trouwens ook ontdekt dat ik eigenlijk wel van wandelen hou (lacht). Wandelen geeft een soort van mindfulness, dat was iets wat ik niet wist. Je hebt zoveel tijd om na te denken, om alles echt te overdenken, maar soms denk je ook helemaal aan niks. Uren stappen zonder nadenken, ik wist zelfs niet dat ik dat kon.”