De chemische industrie heeft een slechte reputatie. Zo zou de vervuilende industrie verwoestend zijn voor onze planeet. Er is dan ook net een walvis gestorven door veertig kilogram plastic in de maag. Plastic bedreigt inderdaad het oceaanleven, maar de grootste vervuiler van onze planeet blijkt de transportsector. Ondertussen is de chemie koploper bij het introduceren van de circulaire economie, een model dat focust op het hergebruik van afval.
De chemische industrie heeft haar CO2-uitstoot de laatste vijftien jaar met zeventig procent verminderd en haar energie-efficiëntie met dertig procent doen stijgen, terwijl de CO2-uitstoot van de transportsector gestegen is met honderdvijftig procent in diezelfde periode. Chemische bedrijven nemen het initiatief om de gezondheid van de planeet te vrijwaren voor volgende generaties, door te focussen op het waardebehoud en de recyclebaarheid van producten. Toch blijft het idee dat chemie de grote boze wolf is, hangen. Een studie uit 2015 geeft aan dat vier op tien mensen vinden dat de wetenschap te snel gaat voor de overheid om te controleren. Zes op tien vindt dan weer dat chemici geen rekening houden met de gevolgen van wat ze uitvinden of testen. Niets is minder waar, de meerderheid is bezig met het klimaat.
"De circulaire economie geeft materialen hun maximale levensduur en focust op hergebruik"
Wel geven verschillende studies aan dat er meer communicatie moet zijn tussen de chemische sector en de bevolking. Transparantie is hierbij het kernwoord. Het moet duidelijker zijn waar de wetenschappers zich mee bezig houden. De sector trekt dan misschien de kar van de kringloop- of circulaire economie en probeert andere sectoren er warm voor te maken, de gewone burger heeft daar geen weet van.
Kringloopeconomie
Onze economie evolueert naar een regeneratief model. De circulaire economie geeft materialen hun maximale levensduur en focust op hergebruik, in tegenstelling tot het huidige lineaire model van ‘take, make, dispose’. Zo wordt afval weggewerkt of zelfs omgezet in energie. Verder zet de circulaire economie ook in op hernieuwbare energie en het gebruik van oneindige grondstofvoorraden, zoals water of wind. Het circulaire systeem bootst op die manier de natuurlijke cyclus van de aarde na, en creëert een duurzame samenleving. Een voorbeeld hiervan is glas dat omgevormd wordt tot onderleggers of rubberen paaltjes gemaakt van gerecycleerd plastic.
De kringloopeconomie was lang het ongewenste kind, waardoor maar een magere negen procent van de wereldeconomie circulair is. Het is pas recent dat steeds meer bedrijven beseffen dat de circulaire economie hun toekomst is, ze denken vaker op lange termijn. Deze nieuwe economie heeft als doel het Parijse Klimaatakkoord uit 2015 te verwezenlijken – waarbij de temperatuurstijging beperkt wordt met twee graden Celsius en een streefdoel van een anderhalve graad Celsius gesteld werd –. Ook het Europese Parlement heeft doelstellingen opgelegd, zo moet tegen 2020 twintig procent van het totale energieverbruik uit hernieuwbare energie bestaan.
“De circulaire economie vraagt wel een substantiële verandering in manier van denken, omdat we anders moeten omspringen met materialen en natuurlijke, oneindige grondstoffen moeten gebruiken”, geeft Henning Schussmuller, senior manager bij Sumitomo Chemical Europe, aan. “De kringloopeconomie zorgt voor CO2-reductie en gaat de opwarming van het klimaat tegen, zodat extreme weersituaties, zoals de orkaan in Zimbabwe, niet meer voorkomen.”
Acht miljoen ton plastic maakt elk jaar zijn weg naar de zee en 100 000 zeezoogdieren en schildpadden sterven jaarlijks door die vervuiling © Vaidehi Shah, https://www.flickr.com/photos/raspberrydolly/27638991404/
Waardeketen
De chemische industrie neemt het voortouw in de noodzakelijke aanpassing van het productieproces en maakt van afval een grondstof die recyclebaar en biologisch afbreekbaar is, niets mag verloren gaan. Covestro, fabrikant van polymeermaterialen, bijvoorbeeld, wist CO2 om te zetten in energie. Al deze bedrijven maken één ding overduidelijk: de hele arbeidsmarkt moet over heel de waardeketen mee evolueren, niet alleen bij het chemische begin van producten. “Het is noodzakelijk dat alle sectoren samenwerken, van producenten tot verkopers tot afvalbeheer”, zegt Schussmuller. Een voorbeeld hiervan is het initiatief BICEPS, ofwel ‘Boosting Initiatives for Collaborative Emission-reduction with the Power of Shippers’. Het controleert vooral de duurzaamheid van de scheepvaarttransportsector. Of de transportbedrijven het ecologisch goed doen, bepaalt of er nog met hen samengewerkt wordt. Niet alleen chemische bedrijven zoals Borealis en Huntsman, maar ook het sportmerk Nike heeft zich bij dat initiatief aangesloten.
Een volledige economie veranderen is niet eenvoudig. Alles moet aangepast worden, niet alleen de industrie, maar ook de consumptiecultuur. De wereld zou moeten overstappen naar een duurzame bruikleencultuur. De chemische sector neemt het initiatief en promoot de regeneratieve economie. Ze is niet de grote slechterik waar ze vaak voor wordt versleten. Sterker nog, willen we voortleven hebben we chemie nodig. Het zit in alles wat we gebruiken, in onze technologie, tandpasta, kleding, zonnepanelen, en zelfs medicijnen.
Lotte Vermeire