“We zijn altijd de speelbal tussen Noord en Zuid”
“Das ist Bart De Wever”, zegt de uitbaatster van de Eupense Lollipop-krantenwinkel terwijl ze wijst naar de foto van de N-VA-partijleider die we haar tonen. Ook in het informatiebureau van de provincie Luik moeten we niet lang wachten alvorens zijn foto reactie uitlokt: “Bart De Wever en zijn partij willen dat België scheidt. Wij zijn allesbehalve fan van dat idee.”
Schwedenrätsel. Bild der Frau. Grenz-Echo. De magazinerekken van de krantenwinkel zijn even blits als elders, maar de Duitse taal verraadt de uithoek waarin we ons bevinden: de Belgische Oostkantons. Meer bepaald in Eupen, met een kleine 20 000 inwoners de grootste stad van Duitstalig België. Een rustige stad waar het parlement van de Duitstalige Gemeenschap, het voetbalstadion van eersteklasser Eupen en de Duitstalige publieke omroep Belgischer Rundfunk (BRF) geconcentreerd liggen rond hetzelfde rondpunt. In het lokale informatiebureau van de provincie Luik spreken de twee personeelsleden Frans en Duits onder elkaar. De ene is een Luikse, de andere een Eupense. Een kleine smeltkroes van Zuid en Oost.
Of toch niet helemaal. Identiteit was lange tijd een gevoelige kwestie in de Duitstalige regio, en dat is het voor sommigen tot op vandaag nog steeds. “We weten enkel wat we niet zijn: Duitser, Waal, Vlaming. De Walen zeggen vaak dat we Waals zijn omdat we tot de Waalse regio behoren. Maar dat is onzin”, zegt de voorzitter van het Duitstalige parlement Alexander Miesen (PFF). “Wij voelen ons Belg en daarmee uit.” Toegegeven, zo was het niet altijd. Zeker niet in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog toen veel Duitstalige Belgen onterecht bestraft werden voor collaboratie. Het verscherpte het identiteitsconflict in de Oostkantons en leidde tot een grote kloof tussen enerzijds de pro-België voorstanders en anderzijds de pro-Duitsland aanhangers.
Federalisering
Lange tijd hadden de Duitstalige Belgen het gevoel benadeeld te worden door de Belgische staat. Initieel hadden de twee ook op geschiedkundig vlak niets gemeen met elkaar. Zowel Vlaanderen en Wallonië als de Duitstalige gemeenschap had zijn eigen taal en een cultuur die daar sterk mee verbonden was. “We waren altijd de speelbal tussen Noord en Zuid”, zo legt Miesen uit. De gemoederen bedaarden pas toen België gefederaliseerd werd en elk gewest en elke gemeenschap autonomie verkreeg. Die federalisering kwam er voornamelijk omdat Vlaanderen en Wallonië onderling eisen afdwongen van elkaar. Maar als twee honden vechten om een been, loopt het derde ermee heen. “We weten dat die hervormingen niet voor ons werden ingevoerd, maar we profiteerden er wel mee van”, duidt Miesen.
Dat neemt niet weg dat vandaag de dag zowel Vlaanderen als Wallonië vaak vergeten dat er nog een derde regio meespeelt. Daar bovenop komt nog eens het voortdurende gebekvecht over een eventuele confederalisering en mogelijke staatshervormingen waarbij zelden gevraagd wordt naar de mening van de Duitstaligen. “In de Kamer zitten wij niet mee aan de tafel, dus is het mijn taak om hen er continu aan te herinneren dat ze ook aan ons moeten denken”, verzucht Miesen.
Europees centrumgebied
Als we de uitbaatster van de Eupense krantenwinkel naar haar mening vragen over de communautaire kwestie, schudt ze het hoofd. “Politiek houdt me niet wakker. Ik ken er dan ook niet zoveel van.” Ze is niet de enige die er zo over denkt. In Eupen lijken de inwoners niet veel slaap te verliezen over een eventuele splitsing tussen Noord en Zuid. Dat neemt niet weg dat ze niet echt warmlopen voor het idee. “We zullen in ieder geval Belgen blijven. We zijn aan de staat en de koning gehecht”, aldus Miesen. Hoewel de Duitstalige Belgen geen separatistische ambities koesteren, leggen hun partijen daarentegen steeds meer de nadruk op het verkrijgen van meer autonomie. Bij de vorige verkiezingen ging de regionalistische partij Pro Deutsche Gemeinschaft (ProDG) sterk vooruit en werd het de tweede grootste partij in Oost-België, na de Christendemocraten (CSP).
Toch benadrukt Miesen ook het Europese karakter van de Duitstalige Gemeenschap. “Mensen zijn hier zeer pro-Europa want zonder de Unie zouden de Oostkantons niets voorstellen.” Vlamingen en Walen denken vaak in termen van Noord en Zuid. En Duitstalig België? Dat ligt ergens aan de rand. Maar het tegendeel is waar. Net omdat de Oostkantons Belgisch grensgebied vormen, bevinden ze zich in het centrum van een drielandenpunt met Duitsland, Nederland en Luxemburg. Op ongeveer een uur rijden sta je in Keulen, Brussel, Luxemburg Stad of Maastricht. Meer dan 10 000 mensen pendelen dan ook dagelijks naar het buitenland om er te werken.
Oost-België is een regio die Europees fungeert. Miesen herinnert zich het afgelopen Wereldkampioenschap voetbal nog goed. “Toen de Duitsers uit het toernooi lagen, kwamen er veel mensen uit Aken naar hier om voor de Rode Duivels te supporteren.” Die verbroedering typeert de Duitstalige Belgen, maar het is gissen of die de komende verkiezingen beantwoordt zal worden aan de overkant van het land.
Maren Vanhouche