Elke week gaat Hoofdzaak op zoek naar stoornissen waar weinig mensen vertrouwd mee zijn. In de tweede editie stellen we u het syndroom van Cotard voor, een ziekte die in het Engels ook wel eens het ‘walking corpse syndrome’ genoemd wordt.
Het syndroom van Cotard werd al voor de eerste keer in de 17de eeuw vastgesteld.
Vorig jaar publiceerde de Britse wetenschapsjournaliste Helen Thomson het boek 'Unthinkable: An Extraordinary Journey Through the World's Strangest Brains'. In februari kwam de Nederlandstalige versie, 'Het Ondenkbare Denken', op de markt. In het boek vertelt ze onder meer over een dokter die andermans pijn kan voelen, over een vrouw die verloren loopt in haar eigen huis, én over Graham. Hij heeft drie jaar lang gedacht dat hij dood was terwijl hij in realiteit nog kon ademen en bewegen zoals elke andere sterveling. Volgens Nederlands psycholoog Douwe Draaisma doen de Cotard-patiënten meer dan louter ontkennen dat ze nog leven. “Ze denken geen voedsel en drinken meer nodig te hebben en ontkennen daarnaast ook het bestaan van andere mensen. Vaak hebben ze zelfs theorieën over hoe ze gestorven zijn.”
Hoewel het syndroom van Cotard relatief onbekend is, schonken verschillende televisiereeksen hier toch al aandacht aan. Zo liep er in het vierde seizoen van de Britse politieserie Luther een kannibaal rond die aan dit syndroom leed. De Amerikaanse serie Hannibal introduceerde op zijn beurt ook een personage dat eerst mensen vermoordde en nadien met het syndroom van Cotard gediagnosticeerd werd. Geen plezierige representatie voor de mensen die hier effectief aan lijden. Het beeld dat door die reeksen geschetst wordt, is uiteraard geen correcte weergave van hoe het er bij de patiënten echt aan toegaat. “Een persoon met het syndroom van Cotard zal je niet gauw op straat tegenkomen. Als ze met de ziekte gediagnosticeerd zijn, zitten ze ofwel in een instelling, ofwel zijn ze zo depressief dat ze behandeld worden met antidepressiva”, zegt Draaisma.
Draaisma wijst erop dat niet alle patiënten met Cotard suïcidale gedachten hebben: “De helft van de mensen waarbij die waan doorbreekt, breekt met zelfmoordgedachten omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze al dood zijn. De andere helft blijft wel min of meer suïcidaal en vindt dat hun dode lichaam opgeruimd moet worden. Dan smeden ze gruwelijke plannen om hun lichaam te verbranden of begraven. Wat ze wel gemeenschappelijk hebben, is dat ze allemaal afstand nemen van hun normaal leefpatroon. Van eten, drinken, zich wassen en werken is geen sprake meer.”
De helft van de Cotard-patiënten heeft geen zelfmoordgedachten meer, maar de andere helft vindt dat hun dode lichaam opgeruimd moet worden.
Psycholoog Douwe Draaisma
“De meeste gevallen van Cotard treden op wanneer mensen in een hele diepe depressie zitten. Soms reageert het lichaam goed op medicijnen tegen schizofrenie. Als de depressie verholpen wordt, is die waan van Cotard meestal ook verdwenen. Maar er zijn ook ongeneeslijke gevallen waarbij de depressie niet te beheersen valt en dan kan de waan behoorlijk lang standhouden.” Dat de ziekte overwonnen kan worden, bewijst de Brit Warren McKinlay. In 2005 had Warren te kampen met de gevolgen van een zwaar motorongeluk. Hij liep hersenschade op, brak zijn bekken, scheurde beide longen en belandde even in een coma. “Iedereen probeerde me te helpen, maar ik zag er het nut niet van in om me te laten opnemen. Ik was toch al dood.” Het was pas wanneer Warren een patiënt met gelijkaardige symptomen ontmoette dat hij besefte dat hij nog leefde. Hieronder is zijn volledige verhaal te bekijken:
Ondanks dat het syndroom van Cotard al voor de eerste keer in de zeventiende eeuw vastgesteld werd, zijn onderzoekers er nog steeds niet uit hoe het net veroorzaakt wordt. “Eén van de huidige theorieën gaat ervan uit dat er een mechanisme in je hersenen zit dat dit soort waan oproept. Prikkels die normaal gezien het emotiecentrum bereiken, falen hier nu in. In dat geval kan iemand zich volkomen doods voelen vanbinnen. Dat gevoel wordt bij de meeste mensen gecorrigeerd omdat de gedachte dood te zijn zo bizar is. Maar wanneer er een letsel aan de hersenen is, kan die correctie er niet komen. Dan zit je met het syndroom van Cotard”, vertelt Draaisma.
Momenteel zijn er onderzoeken aan de gang die het Cotard-syndroom in verband brengen met een andere psychische stoornis: het syndroom van Capgras. “Daarbij denken mensen dat hun dierbaren vervangen zijn door dubbelgangers. Het komt wel eens voor dat iemand afwisselend aan Cotard en Capgras lijdt. Aangezien hier ook een neurologisch proces aan de basis ligt, is er een grote mogelijkheid dat hersenschade een of beide wanen kan oproepen.” Wanneer wetenschappers met zekerheid kunnen stellen wat de precieze oorzaak is van het syndroom, zal de wereld een stap dichter zijn bij het vinden van de juiste remedie of behandeling tegen deze zeldzame stoornis.
De theorieën gaat ervan uit dat er een mechanisme in je hersenen zit dat dit soort waan oproept. Prikkels die normaal gezien het emotiecentrum bereiken, falen hier nu in. In dat geval kan iemand zich volkomen doods voelen vanbinnen. Dat gevoel wordt bij de meeste mensen gecorrigeerd omdat de gedachte dood te zijn zo bizar is. Maar wanneer er een letsel aan de hersenen is, kan die correctie er niet komen. Dan zit je met het syndroom van Cotard”, vertelt Draaisma.
Momenteel zijn er onderzoeken aan de gang die het Cotard-syndroom in verband brengen met een andere psychische stoornis: het syndroom van Capgras. “Daarbij denken mensen dat hun dierbaren vervangen zijn door dubbelgangers. Het komt wel eens voor dat iemand afwisselend aan Cotard en Capgras lijdt. Aangezien hier ook een neurologisch proces aan de basis ligt, is er een grote mogelijkheid dat hersenschade een of beide wanen kan oproepen.” Wanneer wetenschappers met zekerheid kunnen stellen wat de precieze oorzaak is van het syndroom, zal de wereld een stap dichter zijn bij het vinden van de juiste remedie of behandeling tegen deze zeldzame stoornis.