Een inkijk in het studentenleven op het Johannes XXIII priesterseminarie
Wie zegt dat de langste studie in Leuven die voor arts is, heeft het sinds kort mis. Sinds dit academiejaar moet je namelijk acht jaar achter de schoolbanken zitten, voor je achter het altaar mag plaatsnemen. Het priesterseminarie Johannes XXIII op de Lemmensberg huist naast verschillende levensgrote heiligbeelden al 57 jaren student-priesters die op hun manier een graantje meepikken van het Leuvense studentenleven: ‘Hard blokken, veel bidden, maar af en toe een pintje en de nodige Netflix en chill.’
Priester en groepsbegeleider Filip Hacour begeleidt al ongeveer tien jaar zijn student-priesters. Hij woont in bij de seminaristen en probeert een vaderfiguur voor hen te zijn. Hij begrijpt dat de studenten de journalistiek met een bepaalde voorzichtigheid benaderen: ‘Het priesterschap is zo uitzonderlijk geworden, dat ons seminarie bijna als een rariteitenkabinet wordt beschouwd. Als je voelt dat jouw kostbaarste schat niet meteen door velen begrepen wordt, dan geef je jezelf minder snel bloot.’ Hoewel de studenten net van stilteretraite terugkomen, vertellen ze bezield en met luide stem over hun studie en roeping: ‘Het is een oefening om wat voor ons evident is in woorden te vertalen, want later zal dat ons beroep zijn’, zegt tweedejaarsstudent Samuël (42).
Priesterseminarie Johannes XXIII
Bijbelstudie in Zoom
Naast zijn taak als ‘grote broer’, doceert priester Hacour ook enkele vakken, zoals Kerkgeschiedenis. Het vakkenrooster van priester-studenten is vergelijkbaar met dat van elke andere universitaire studie. Met een curriculum van zestien vakken en variërende examenmomenten, zijn ze vaak de hele dag zoet met hun leerstof. Daarbovenop komt nog zang en gebed. In de weekends reizen studenten normaal gezien af naar hun parochies om al wat ervaring op te doen in het ‘werkveld’, maar daar steekt corona nu een stokje voor.
‘Zoals bij andere studierichtingen, gooit corona roet in de stages’, vertelt priester Hacour. Ook hun familie zagen ze al niet sinds januari. De studenten leven samen in een bubbel. Toch kunnen ze niet samen naar de les. Hun vakken volgen ze dus – zoals alle studenten – online, tot spijt van tweedejaars Glenn (26), die soms wel eens terug onder de lakens kruipt als hij op ‘opnemen’ heeft gedrukt. ‘Andere – externe – religieuzen die vanuit het klooster in Heverlee een opleiding tot pater te volgen, zoomen met ons mee’, vertelt Didier (32), die in zijn zevende jaar zit. ‘Paters zijn eigenlijk broeders die dezelfde opleiding volgen als wij, maar zij besluiten om na hun opleiding in het klooster te treden. Wij vertrekken na onze opleiding naar een parochie van een bisdom naar keuze om het woord van God te verkondigen’, legt hij uit.
Volodymyr (22): 'Vroeger dacht ik dat ik een manier zou moeten vinden om mijn liefde te verdelen tussen mijn God en mijn partner. Maar liefde is geen taart die je moet verdelen'
Eenzame Herders
De studenten kijken het meest uit naar hun carrière als gewijde priester. Glenn, die in Antwerpen priester wil worden en het celibaat zal volgen, is niet bang om later eenzaam te zijn: ‘Alleen zijn is niet hetzelfde als eenzaam zijn. Je hebt tijd nodig voor gebed en bezinning. Daarnaast is het belangrijk om genoeg tijd te investeren in je parochiegemeenschap en in vrienden’, zegt hij. Toch beseffen ze dat de tijd dat ‘mijnheer pastoor’ een autoriteit was in een dorp of stad verstreken is: ‘Dat wil daarom niet zeggen dat je geen betekenisvolle autoriteit kan zijn voor een aantal personen’, vindt Samuël.
Volodymyr (22) hangt de Grieks-katholieke Kerk van Oekraïne aan. Hij begon zijn studie in zijn vaderland, maar koos voor een uitwisseling – een Erasmus georganiseerd door de Kerk, zeg maar – om bij te leren over de rooms-katholieke tak. De gebruiken en tradities liggen anders voor hem. Als Grieks-katholiek zal Volodymyr later bijvoorbeeld wel mogen trouwen: ‘Vroeger dacht ik dat ik een manier zou moeten vinden om mijn liefde te verdelen tussen mijn God en mijn partner. Maar liefde is geen taart die je moet verdelen; liefde voor anderen maakt de liefde voor God groter, ze vermenigvuldigt.’ Iets met vissen en broden, dus.
Glenn (26): 'Mijn bomma tikte op haar glas: “Mijn kleinzoon heeft iets te zeggen!”, waarna ik mijn familie vertelde dat ik nooit een lief zou meenemen naar het familiefeest: ik zou priester worden'
Als God aan je mouw komt trekken
Praten met God, het is iets wat alle student-priesters dagelijks doen. ‘Ik spreek bijna voortdurend met God, ook tijdens dit gesprek’, biecht Samuël op. Toch heeft God de meesten onder hen nooit letterlijk ‘geroepen’. Priester Hacour ondervond dat God hem wel benaderde, maar via andere mensen: ‘Ik hoorde hem via ontmoetingen; langzaamaan viel de ruis op de wereld zo stil’. Ook bij Glenn, Volodymyr en Didier kwam God niet ex machina aan hun mouw trekken. Volodymyr vond het religieuze van kindsbeen af fascinerend. Hij vroeg zich af wat een God dan was: ‘God is niet zomaar een oud manneke dat je niet kan zien.’ Voor Samuël kwam zijn roeping wel plots. Op een onverwachte maandagavond na de mis kreeg hij een gevoel dat alles oversteeg: ‘Vanaf dat specifieke moment was mijn leven nooit meer hetzelfde.’
Toch komen de keuzes van de studenten niet altijd als geroepen bij hun naasten. Glenns vader had een jaar de tijd nodig om de aankondiging van zijn zoon te verwerken. Aan zijn familie bracht Glenn de blijde boodschap met kerst: ‘Mijn bomma tikte op haar glas: “Mijn kleinzoon heeft iets te zeggen!”, waarna ik mijn familie vertelde dat ik nooit een lief zou meenemen naar het familiefeest: ik zou priester worden.’ Na oorverdovende stilte en tranen van verontwaardiging kwam er aanvankelijk steun, maar ook die vervaagde. Sinds Glenn op het seminarie woont, voelt hij zich aan de kantlijn gezet. Ook Volodymyr weet dat zijn ouders een carrière als wiskundedocent voor hem voor ogen hadden, hoewel ze nu in een fase van acceptatie zijn beland.
Glenn (26): ‘Op Netflix kijken we niet enkel The Passion of the Christ hé’
Blokken, bidden en bingen
Na blokken, komt bidden. Recent voegden de student-priesters een derde pijler toe. Nu ze ‘s weekends in het seminarie moeten blijven, hebben ze zaterdagavond tot ‘Netflixavond’ gedoopt. ‘We kijken niet enkel The Passion of the Christ hé’, zegt Glenn. ‘Ook The Godfather!’, roept Gianluca. Ze drinken ook wel eens een pintje samen en schaken of tafelvoetballen graag.
De meeste seminaristen hebben er al een carrière als arbeider of academicus opzitten: ‘Ik ben nog steeds een Leuvense student’, aldus priester Hacour, die eerst Geschiedenis studeerde. Sommige van zijn studenten hebben ook al een diploma Theologie of zelfs Boekhouding op zak. Ze dragen de Leuvense studenten dan ook een warm hart toe en zoeken hen in normale tijden wel eens op aan de Oude Markt of ze ontmoeten hen op de studentenmis. Glenn en Didier zijn het erover eens dat ze de studentenfeestjes in coronatijd kunnen vergeven, als de studenten tenminste inzien dat ze anderen hebben geschaad. ‘Priester Hacour zegt altijd: als je de Lemmensberg soms afgaat, is dat niet erg, zolang je maar terugkomt. Dat is ook zo voor de studenten’, vindt Didier.
Avondgebed en eucharistieviering © Anna Strauwen
Lichaam van Christus als entree
Terwijl Glenn benadrukt hoe veel look er wel niet op de ribbetjes zat in de middagpauze, passeert hij het Jezusbeeld dichtbij de kapel. Hij maakt een korte, diepe buiging in het midden van zijn zin. De noveenkaarsen branden en de studenten hebben hun logge boeken met lederen kaft klaarliggen op de gespecialiseerde tafeltjes naast hun stoel. Voor het avondeten staat ‘het lichaam van Christus’ namelijk nog op het menu. Priester Hacour bewandelt in een paars priestergewaad het middenpad met Samuël in een wit gewaad aan zijn zij. Het is van voor de pandemie geleden dat priester Hacour aanvangt met ‘Beste broeders én zuster’ (ze maakten een uitzondering in de bezoeksregeling voor onze journaliste, n.v.d.r.). De aanzwellende Psalmgezangen vullen de kleine kapel. Gianluca haalt af en toe uit. Zang is een van z’n beste vakken: ‘Zang studeren bij onze buren op het Lemmensinstituut had ik ook leuk gevonden’, geeft hij toe. Nog nooit hoorde je een kerklied zo helder gezongen, zonder gemompel en geprevel. Het avondgebed lijkt een keurig gecoördineerd schouwspel. Om de beurt knielen ze, citeren ze een vers of lezen ze een stuk uit het Evangelie voor, zonder dat priester Hacour hen hoeft aan te sturen.
De mannen die net nog lachten om flauwe moppen en uitbundig vertelden over hun favoriete series, zijn in gedachten verzonken. Een voor een staan ze op om te bidden voor een specifieke groep. Gianluca neemt het woord: ‘Ik bid voor de journalisten, dat ze goede reportages mogen maken en de waarheid mogen vinden.’ Een kwartier te laat komt er nog een student aanzetten, op fluoblauwe sportschoenen. Hij knikt en zingt zacht mee. Ze zingen samen Psalm 15, waarin ze aan God vragen of ze op de ‘Heilige berg’ mogen wonen, maar wonen ze daar niet al?
Anna Strauwen