Leef, bewerk en publiceer: over jezelf blijven in een digitale wereld
Volmaakte gezichten, schijnbaar onberispelijke levensstijlen en reisfoto’s waar velen onder ons alleen van durven te dromen: het zijn enkele voorbeelden van de gigantische hoeveelheid aan ideaalbeelden waarmee we dagelijks geconfronteerd worden op sociale media. De druk om “perfect” te zijn is groter dan ooit, maar hoe blijf je jezelf in een wereld waarin je altijd de beste versie van jezelf moet zijn? Die vraag legden we voor aan studente Lize Nelissen en influencer Josefien Weyns, twee jonge twintigers met een heel verschillende visie op het online leven. “Waarom kunnen we voor één keer niet gewoon allemaal écht zijn?”
Ik bel de 23-jarige Josefien Weyns op via Teams. Ze is net terug uit Amsterdam, waar ze enkele dagen verbleef voor meetings met haar agentschap. Sinds 2020 is ze voltijds actief als influencer op Instagram en dat zorgt voor een overvolle agenda. Toch maakt ze graag tijd vrij voor een gesprek over haar job en online-leven. Ze is duidelijk trots dat ze van haar hobby haar beroep heeft kunnen maken en begint meteen vol enthousiasme te praten over hoe ze online content maakt. Toch blijkt al snel dat niet alles rozengeur en maneschijn is: “Mensen die naar mijn foto’s kijken op Instagram zien mij constant leuke activiteiten doen: overnachten in hippe hotels, gezellige koffiehuisjes bezoeken of naar grote events gaan. Dat moet ik meestal alleen doen, maar dat zie je als volger niet.” Josefien kiest er bewust voor om die negatieve kantjes niet te tonen op haar platform; daar wil ze mensen inspireren en mooie dingen laten zien: “Iedereen heeft af en toe dagen waarop het minder gaat; ik ook. Soms heb je nu eenmaal geen perfect egale huid en zit je niet goed in je vel. Ik deel dat niet op sociale media want daar hebben anderen niets aan. Mijn pagina focust op mode en lifestyle; er zijn genoeg andere accounts die zich richten op mentale gezondheid. Ik toon al zo veel van mijn leven, uiterlijk en stijl, dus mijn gevoelens en echte karakter houd ik privé en deel ik liever niet met de rest van de online-wereld. Dat voelt te persoonlijk aan. Op die manier maak ik het onderscheid tussen het merk dat ik gecreëerd heb op sociale media en de echte Josefien.”
“Iedereen heeft af en toe dagen dat het minder gaat; ik ook”
Inspiratiebron
Uit een recent onderzoek van de KU Leuven blijkt dat een op de vier jongvolwassenen zich onzeker voelt nadat ze het profiel van een andere gebruiker hebben bekeken. Josefien heeft daar geen last van: “Dat komt doordat ik weet wat er zich achter de schermen afspeelt. Als ik een goede post van een andere content creator tegenkom, zie ik dat meer als inspiratiebron. Het heeft geen zin om jezelf met die mensen te vergelijken. Zij hebben hun sterktes en ik heb de mijne. Ik hoop gewoon dat mijn volgers dat ook beseffen. Dat probeer ik wel duidelijk te maken door bijvoorbeeld elke maand een story te plaatsen waarin ik uitleg dat er zo veel is dat je niet ziet; iedereen struggelt wel eens met iets. Het is zeker niet mijn bedoeling om mensen jaloers te maken, maar juist om hun dag te kleuren met leuke dingen.”
Liever geen sociale media
Lize Nelissen (23) houdt er een heel andere mening op na. Ik ontmoet haar in een gezellig cafeetje in het centrum van Brussel. We bestellen een extra grote huisgemaakte ijsthee en gaan zitten aan een tafeltje vlak bij het raam. Er is geen smartphone te bespeuren en dat blijkt een bewuste keuze; Lize mijdt het gebruik van sociale media zo veel mogelijk. Een beslissing die niet vanzelfsprekend is, vooral niet voor een jonge twintiger die Journalistiek studeert: “De druk om constant online te zijn is groot. Als ik even de Instagram-app van mijn telefoon verwijder en die nadien weer installeer, heb ik altijd berichten van mensen die verontwaardigd zijn omdat ik even niet op hun DM’s reageerde. Op mijn stageplaats verwachten ze ook dat je mee bent met alle trends. Ik wil heel graag veranderen naar een oude Nokia-telefoon, maar dat is niet mogelijk. Zeker niet als jong persoon en vooral niet in de journalistieke sector. Ik heb intussen wel app-limieten geïnstalleerd zodat ik af en toe online ben, maar niet langer dan vijf minuten per dag.”
“Ik bleef de hele dag Instagram controleren om te zien of ik al likes had gekregen. Als dat niet zo was, voelde dat als een bevestiging van mijn lelijkheid”
Hoe komt het dat een jonge twintiger als Lize zo’n aversie heeft tegen sociale media? Overprikkeling en een negatief zelfbeeld, zo blijkt: “Ik voel mij niet goed als ik op die apps zit. Ik raak overweldigd door alles wat binnenkomt en het heeft een negatieve invloed op hoe ik naar mezelf kijk. Op Instagram en TikTok komen constant foto’s en filmpjes voorbij van meisjes die er perfect uitzien en ik spiegel mezelf daar voortdurend aan, terwijl je niet weet wat ze hebben moeten opofferen of ondergaan om dat perfecte lichaam te krijgen.” Lize blijkt lang niet de enige jongvolwassene die genoeg heeft van al dat online-zijn. Steeds meer mensen kiezen voor een digital detox waarbij ze gedurende een bepaalde periode hun smartphonegebruik tot een minimum beperken. Uit een onderzoek van Mediawijs blijkt zelfs dat 61 procent van de Vlamingen vindt dat sociale media te veel tijd in beslag nemen.
In het moment
Lize kiest er bewust voor om geen foto’s online te zetten: “Vroeger deed ik dat wel en dat gaf mij veel stress. Dan bleef ik de hele dag Instagram controleren om te zien of ik al likes had gekregen. Als dat niet zo was, voelde dat als een bevestiging van mijn lelijkheid. Het is het niet waard om je zelfbeeld te koppelen aan het aantal hartjes dat je krijgt.”
Tegenwoordig heeft Lize altijd een wegwerpcamera bij zich. “Een foto nemen duurt twee seconden en vervolgens kan ik weer helemaal genieten van het moment, zonder de druk om een goede filter te vinden en zonder de stress die ik zou ervaren als ik de foto online zou zetten.” Dat zouden meer mensen moeten doen volgens haar: “Er is tegenwoordig zo veel nep in onze samenleving en we weten dat. Toch blijven we onszelf steeds dat perfecte plaatje voorhouden en dat legt veel druk op onze schouders. . . Waarom kunnen we voor één keer niet gewoon allemaal écht zijn?”