ACHTER DE WITTE SCHERMEN
Het debat rond diversiteit in de underground clubscene is niet van gisteren. Volgens sommigen gaat het in de goede richting: affiches en programmaties kleuren alsmaar diverser. Vraag is of die diversiteit zich ook manifesteert achter de schermen en in het publiek.
In een interview met ‘Vice België’ vorig jaar, stelde DJ, producer en promotor Sara Dziri het volgende probleem aan de kaak: “diversiteit gaat niet enkel over een diverse programmatie, maar ook om wie die samenstelt. In boekingskantoren is er bijvoorbeeld weinig diversiteit. Als die en hun aanbod diverser zouden worden en de promotors daarvoor zouden openstaan, kan er zeker iets veranderen.”
Verder in het interview legde ze uit dat “niet iedereen zich vertegenwoordigd voelt in het nachtleven. Als mensen zich wel herkennen in de muziek, de artiesten en de organisatoren, zal je dat merken in het publiek. Het is niet gek dat mensen zich niet aangetrokken of aangesproken voelen als er niemand is die op hen lijkt.”
Dziri greep haar woorden niet uit de lucht, het is haar ervaring die spreekt. Ze is al lang actief in de underground clubscene, zowel in het publiek als op het podium en in de organisatie. Ze is ook niet de enige om deze problematiek onder ogen te zien, zelfs een blinde vanuit zijn bed ziet dat er iets scheef zit binnen de organisaties in de clubscene – het zijn nog te vaak witte mannen die er met de plak zwaaien. Haar buikgevoel dat zegt dat die scheefheid achter de schermen zich ook vertaalt naar voor het scherm en in het publiek, snijdt hout. Mensen, en zeker jongeren, zijn op zoek naar voorbeelden om zich aan te spiegelen en zich aan op te trekken. Als ze die op de dansvloer van een underground nachtclub of festival niet vinden, gaan ze er elders naar op zoek.
Ieder zijn dansvloer
Een diverser publiek creëer je niet zomaar met een reclamecampagne of quota. Als er achter de schermen niets verandert, dreigt zo’n campagne zelfs hypocriet en hol te worden. Te vergelijken met greenwashing, maar dan met mensen van vlees en bloed als voorwerp.
Meer kleur en diversiteit achter de schermen lijkt de meest vanzelfsprekende oplossing. Zoals Dziri zei, “een diverse organisatie zal zich vertalen in een diverser publiek.” Een ander alternatief is ‘iedereen zijn dansvloer’: mensen van kleur of met een niet-heteroseksuele geaardheid organiseren elk hun eigen underground nachtleven, met eigen clubs, artiesten en publiek. Dat is op zich geen nieuw fenomeen. Kijk maar naar de safe spaces, gay-clubs of evenementen die specifiek voor en door een bepaalde gemeenschap worden georganiseerd. Al die initiatieven mogen we omarmen, ze geven een ruimte aan mensen die hun plek in de openbare ruimte niet vonden. Toch zou het triest zijn mocht de underground clubscene vervallen in een paraplubegrip, waaronder allemaal verschillende gemeenschappen opereren zonder in verbinding te staan. Met een beetje onsmakelijke verbeelding heeft die idee zelfs wat weg van een apartheidssysteem.
Om te kunnen verbinden, zullen organisatoren in de underground clubscene eens in eigen boezem moeten kijken. Als ze dat doen is de kans groot dat ze een witte, behaarde borstkas zien. Dat kan en moet anders. Een mentaliteitsverandering is een eerste stap naar een omwenteling, het aanwerven van een diverser bestuur een tweede.
“Je zult het voor een wit publiek blijven doen."
Vliegende schotels
“Als je westerse formats niet kunt loslaten, mag je nog zoveel Marokkaanse bands of Sub-Saharaanse muzikanten programmeren als je wilt, je zult het voor een wit publiek blijven doen. Luister naar de gemeenschap aan wie de muziek toebehoort,” zei Rrita Jashari (33) in een interview met De Standaard in 2020. Jashari is DJ en muziekprogrammator bij de Vaartkapoen in Molenbeek. Een concertzaal en gemeenschapscentrum dat bekendstaat om zijn goede banden met de lokale bevolking. VK is voor en door de buurt, een principe waar andere gemeenschapscentra van dromen. Met zijn evenementen en muziekprogrammatie spreekt de VK buurtbewoners van alle slag aan, maar ook mensen van ver buiten Molenbeek of Brussel.
De Vaartkapoen, kan niet alleen voor andere gemeenschapscentra als voorbeeld gelden, maar ook voor de underground clubscene. Nog te vaak zien we feestjes of festivals als ufo’s verschijnen in buurten, zonder toenadering tot die buurten en hun inwoners te zoeken. Organisaties die dat wel doen, gaan vaak niet verder dan enkele lokale jongeren een studentenjob achter de bar of als security aan te bieden. Er is meer nodig om een buurt te betrekken: luister naar hun noden en wensen, durf de buurt ook te betrekken bij artistieke keuzes en nodig eens een lokale artiest uit. Het is een relatief makkelijk engagement dat op vlak van diversiteit en inclusiviteit achter de schermen en in het publiek een groot verschil kan maken.
tekst: Victor de Roo