Is ‘vrouw’ zijn zo ondubbelzinnig als het lijkt?
Wereldwijd kwamen op 8 maart opnieuw duizenden mensen op straat in teken van Internationale Vrouwendag. Ze demonstreerden tegen problemen als de loonkloof en blijvend seksisme en riepen op tot meer gelijkheid. Maar wat betekent het eigenlijk om ‘vrouw’ te zijn? Onze redactie zocht het uit.
Dat er discussie bestaat over de invulling van vrouw-zijn, bleek onder meer op het zogenaamde ‘woke symposium’ dat op zaterdag 19 maart plaatsvond in de universiteit van Antwerpen (‘Van activisme tot cancelcultuur en (zelf)censuur. Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken?’). Enkele sprekers kwamen er hun bezorgdheden of bedenkingen uiten over de wokebeweging en wat dat zoal inhoudt. Maar onder de toespraken waren er ook opvallend veel bedenkingen over wat het betekent om ‘vrouw’ te zijn. Zo was Mia Doornaert, opiniemaakster en voormalig journalist bij De Standaard, woedend over de benaming van vrouwen als ‘bodies with vaginas’ door het medisch tijdschrift The Lancet in september vorig jaar. Doornaert kaderde het voorval binnen wat zij de ‘haatcampagne tegen de biologische vrouw’ noemt. Eerder uitte ze die frustratie al eens in een interview met Knack (22.12.2021). Daarnaast refereerde ook Dyab Abou Jahjah, leerkracht en voormalig politicus, naar een onderscheid tussen biologische en niet-biologische vrouwen. De auteur uitte kritiek dat transvrouwen als vrouwen mogen deelnemen aan sportwedstrijden. In zijn visie zijn transvrouwen gewoon transvrouwen, geen vrouwen. Maar klopt dat wel? En waarom bestaat er zo veel discussie over de invulling van vrouw-zijn?
WAT IS EEN VROUW?
Wie kan of mag zichzelf vrouw noemen? Het antwoord op die vraag blijkt niet vanzelfsprekend. “Puur op biologisch vlak is het niet evident om alleen maar van mannen en vrouwen te spreken. Er zijn ook intersekse personen”, zegt professor dr. Gily Coene, moraalwetenschapper en docent in de master Gender en Diversiteit aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Dat zijn mensen met bepaalde kenmerken waardoor hun lichaam niet valt binnen de seksecategorie ‘man’ of ‘vrouw’. In de medische wereld staat dat bekend als DSD of Differences of Sex Development. Intersekse personen vallen dus niet binnen de categorie van man of vrouw. Zelfs op biologisch vlak is het dus niet altijd vanzelfsprekend dat iemand simpelweg ‘vrouw’ of ‘man’ is.
Bovendien is er een verschil tussen geslacht, of sekse, en gender. RoSa vzw, het Belgisch kenniscentrum voor gender en feminisme, omschrijft gender als het ‘sociaal geslacht’. De term verwijst naar de maatschappelijke ideeën en verwachtingen over vrouwelijk- of mannelijkheid. “Gender vestigt er de aandacht op dat biologische verschillen vaak vertaald worden in sociale ongelijkheid”, schrijft RoSa vzw. Het genderspectrum is gevarieerd. Zo voelen non-binaire personen zich soms een man, soms een vrouw, of een combinatie van de twee. Zij vallen daardoor buiten de traditionele categorisering. Ook transpersonen tonen dat sekse niet noodzakelijk samenvalt met de genderidentiteit van een individu.
In de samenleving komt het onderscheid tussen mannen en vrouwen soms heel expliciet naar boven. Zo gaan mannen en vrouwen naar aparte toiletten, nemen ze niet deel aan dezelfde sportcompetities en moeten ze hun kleren doorgaans in aparte afdelingen zoeken in kledingwinkels. Die binaire categorisering in mannen en vrouwen is erg aanwezig in de maatschappij, maar wordt tegelijk ook sterk bediscussieerd. “Het is belangrijk dat we onze binaire categorieën in vraag stellen”, zegt Coene. “Ze zijn heel normatief, dwingen mensen in bepaalde patronen en sluiten andere mensen uit.” Toch pleit de professor daarmee niet voor om het onderscheid tussen mannen en vrouwen weg te cijferen. “We moeten echt heel kritisch kijken naar dat binair kader. Maar het belet niet dat het onderscheid tussen man en vrouw er historisch en sociaal gezien toe doet. Het blijft belangrijk om ongelijkheden te registreren, zodat iedereen een correcte behandeling kan krijgen in onze samenleving.”
“Het is belangrijk dat we onze binaire categorieën in vraag stellen”
- professor dr. Gily Coene.
WAAROM IS ER DISCUSSIE?
Het biologisch geslacht komt dus niet noodzakelijk overeen met de genderidentiteit van een persoon. Wie zich identificeert als vrouw, is dus vrouw. Toch blijken de zaken niet zo eenvoudig. In de sportwereld bijvoorbeeld, zoals ook Abou Jahjah aanhaalde. Hij liet weten dat het biologisch voordeel van transvrouwen oneerlijk is in sportcompetities. Ze zijn daarom geen vrouwen, maar transvrouwen. Volgens professor Coene is dat een problematisch standpunt. “Op basis waarvan wordt het onderscheid tussen man en vrouw gemaakt? Veel discussies in de sport gaan daar eigenlijk over. Niet over transpersonen, maar over personen met bepaalde kenmerken, waardoor ze niet binnen één categorie vallen”, verduidelijkt ze.
De professor verwijst onder meer naar de beruchte genderverificatietests. Zo moest de Zuid-Afrikaanse loopster Caster Semenya verschillende tests ondergaan en medicijnen nemen om haar testosteronniveau te verlagen. Omdat de testen zo de-humaniserend zijn, stoten ze op veel kritiek. “Sporters worden gediskwalificeerd en niet aanzien als volwaardig man of vrouw, terwijl ze zichzelf mogelijks wel zo identificeren”, zegt Coene.
Daarnaast bestaat ook veel discussie over de opsplitsing van openbare toiletten in mannen- en vrouwentoiletten. Wordt het niet stilaan tijd voor meer genderneutraliteit? Volgens professor Coene ligt dat moeilijk. “Dat zijn geen discussies waarin je kan zeggen: ‘die of die heeft nu gelijk’. Voor transpersonen die in een overgang zitten, kan dat moeilijk zijn. Anderzijds zijn er transvrouwen die zeggen: ‘wij zijn vrouwen dus wij gaan naar het vrouwentoilet’. Voor non-binaire personen is is het veel moeilijker om zich met het een of ander te identificeren.”
“Sporters worden gediskwalificeerd en niet aanzien als volwaardig man of vrouw, terwijl ze zichzelf mogelijks wel zo identificeren”
- professor dr. Gily Coene.
De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor genderfluïditeit. Ook dat kwam aan bod in het woke symposium. Als antwoord op de afwezigheid van een vrouwelijk panellid, grapte de Nederlandse jurist en professor Paul Cliteur dat hij die dag wel ‘vrouw’ zou zijn. Coene betreurt die opmerking. “De witte, dominante groep zegt via zo’n uitspraken eigenlijk: ‘Zie je wel, er is niks aan de hand’. Zo’n discours moet je deconstrueren. Ze redeneren vanuit hun eigen dominante perspectief, en gebruiken claims van minderheidsgroepen om die belachelijk te maken en onderuit te halen. Maar ze luisteren niet naar waar het echt over gaat. Moet je gediscrimineerd worden omdat je anders bent? Daar gaat het om”, concludeert de professor.
Tekst: Sofie Beynaerts en Manon Mortier