Wie de Belgische muziekwereld wat in de gaten houdt, weet dat Brussel momenteel ook op hiphopvlak de hoofdstad is. Muzikale fenomenen Zwangere Guy en Roméo Elvis zwaaien er de plak, met rapgroepen als Le 77 in hun kielzog. De woordkunstenaars hechten veel belang aan hun thuisbasis, die in hun teksten naar boven komt als een stad met twee gezichten.
Tweetaligheid is chaud
Het meest voor de hand liggende voorbeeld van Brusselse gespletenheid is uiteraard de tweetaligheid van de stad. Die zorgt ervoor dat er zowel in het Nederlands als in het Frans gerapt wordt, regelmatig in hetzelfde nummer. Zwangere Guy vat het zelf nog het best samen in ‘Gutterlijfstijl’:
“Y’a tout ces gens qui me demandent: «C’est dans quelle langue tu rappes?»
Ça vient du BX, ma'rfucker, beter zet ge u schrap”
In slechts twee regels zet Guy de tweetaligheid van Brussel neer als een essentieel onderdeel van de stad.
Een andere ode aan de meertaligheid is ‘Kuneditdoen’ van Roméo Elvis. Normaal rapt de Brusselaar in het Frans, maar op die track gooit hij er voor de gelegenheid enkele Nederlandstalige zinnetjes tussen. Het belangrijkste is het refrein waarin hij, “Iedereen of niemand, we kunnen dit doen” zingt. Aan het weekblad Knack Focus vertelde Elvis dat het zijn vertaling is van de Belgische supportersslogan “Tous ensemble”. Op het nummer supportert de rapper voor vereniging tussen Vlamingen en Walen in een politiek klimaat waar beide kampen vooral verdeeld worden. “Une seul langue, c’est trop facile/ Waar een weg is, is een wil”, rapt hij. Ook Zwangere Guy duikt even op in het nummer: dat doet hij in het Nederlandsom te contrasteren met de nog steeds hoofdzakelijk Franse raps van Roméo.
(Bikkel)hart voor Brussel
Subtieler is de manier waarop de rappers de sfeer in de stad portretteren. Over het algemeen zijn de artiesten uiteraard trots op postcode 1000 en loven ze hun hometown in hun nummers. Roméo Elvis’ ‘Bruxelles Arrive’, ondertussen zo wat het officieuze volkslied van de stad, is in feite een overwinningsnummer dat bezingt hoe de Brusselse rapscene eindelijk iets te betekenen heeft en niet langer het kleine broertje van Parijs is. Het eerder genoemde ‘Kuneditdoen’ gaat niet enkel over de taalsituatie in de stad, maar ook over wat voor geweldige plek het volgens hem is om te leven. “Tous les meilleurs viennent de Bruxelles/ Al de beste zijn van Brussel”, rapt hij er samen met Zwangere Guy in beide talen. Je gelooft zonder probleem dat ze het menen.
’Toch deinzen de artiesten er niet voor terug om ook de schaduwkanten van het leven in Brussel te belichten. Zo is er bijvoorbeeld het donkere ‘Gele Blokken’ van Stikstof, een rapcollectief waar ook Zwangere Guy deel van uitmaakt. In de tekst beschrijft rapper Jazz hoe hij door het raam van zijn appartement kijkt en getuige is van een drugsdeal, wat de aanleiding vormt tot algemene wijsheden als “Het leven is hier bikkelhard/ Degene die het leven lieten leven verder in het hart”. Het leven in de grote stad is duidelijk niet enkel rozengeur en maneschijn.
Ook Zwangere Guy bespreekt gelijkaardige thema’s op ‘Brussels State of Mind’ van zijn bejubelde debuut ‘Wie Is Guy?’. De titel is een referentie naar ‘N.Y. State of Mind’, een rapklassieker van Nas waarin hij het leven in New York uitvoerig beschrijft, iets wat Guy op deze track nadoet voor Brussel. Het refrein klinkt als volgt:
“Beter ge past op met wat ge doet hier
Hier is er altijd wel een G die op de loer ligt
Ge wilt die cool shit, leven als een movie
Beter qe relaxt en ge rookt u nog een doobie”
Het nummer schildert de hoofdstad af als een gevaarlijke plek waar je constant op je hoede moet zijn. Het leven op straat is een vast motief in hiphopteksten, en de Brusselse scene vormt daar geen uitzondering op. Wie in Brussel wil overleven moet volgens Zwangere Guy vooral “relaxen” en zich niet laten meesleuren in de criminaliteit, niet te cool willen doen alsof ze in een film leven.
Van de straat naar de plaat
En toch is ‘Brussels State of Mind’ niet enkel kritisch bedoeld. Zwangere Guy ziet de stad ook als een ideale plek om zijn talenten te ontwikkelen. De beste manier om niet in donkere milieus te belanden, was namelijk om keihard aan zijn muziek te werken. De laatste regels van het nummer zijn “Kijk, ik zeg niet dat ik de beste ben/ Niet dat ik het snelste ren/ En toch heb ik de scherpste pen”. In een omgeving waarin veel mensen “snel moeten rennen” (lees: vluchten van de politie), werkte Guy aan zijn rapskills: een tactiek die zijn vruchten heeft afgeworpen. Die boodschap keert terug op ‘Gutterlijfstijl’ van zijn vervolgalbum ‘Brutaal’ – een samentrekking van ‘Brussel’ en ‘taal’. ‘Gutterlijfstijl’ is een Vernederlandsing van ‘gutter lifestyle’, een leven in de goot. De track is doorspekt met referenties naar duur eten en chique drank, die gecontrasteerd worden met het straatleven dat Guy had voor hij doorbrak als rapper: “ging van rappen op de straat naar uw platenkast”.
Misschien vat dat de gecompliceerde beeldschetsing van Brussel door haar straatdichters nog het beste samen. Brussel is geen perfecte plek en heeft net zoals elke grootstad haar donkere kanten, maar voor wie ze durft grijpen, liggen de straten vol met kansen. Tracks als ‘Gutterlijfstijl’ zijn een lofzang op het oneindig potentieel van een turbulente stad.
Tobias Cobbaert